zaterdag 19 december 2015

Boeren, burgers, buitenlui en hun dagelijks brood.

Voorheen begon de stadsomroeper zijn bericht met de aankondiging: boeren, burgers en buitenlui...
De boer die ook maar gewoon een burger is die 'buiten' woont, werd apart genoemd als gevolg van het feit dat er zo veel van waren, zoveel dat er een 'boerenstand' was. In 1950 waren er ruim 400.000 bedrijven, op een inwonertal van 10 miljoen. In ons land maakten de boeren in die tijd ook op maatschappelijk niveau vaak de dienst uit. Hoe meer stalraampjes, hoe invloedrijker de boer in kwestie. 

Die tijd ligt achter ons. Gelukkig maar, want ook als het gaat over maatschappelijke invloed, vind ik dat iedere burger gelijke rechten heeft. Toch heeft deze 'neergang' nadelen. Want als het gaat over ons voedsel en een groot deel van ons Nederlandse landschap kunnen we niet om de boeren heen. Maar ons aantal is vanaf 2000 alweer met eenderde verminderd, er zijn anno 2014 nog 65.000 bedrijven op een inwonertal van 17 miljoen. Samen dragen we de verantwoordelijkheid voor 1,84 miljoen hectare landbouwgrond. Met veel minder mensen een dergelijk groot areaal aan grond beheren geeft onvermijdelijk een monotoner geheel.

Nu is die Nederlandse boer in de eerste plaats een Nederlander. En wij Nederlanders staan wereldwijd bekend om onze ijver, handelsgeest, vooruitstrevendheid en vernieuwende ideeën. Vandaar dat het niet vreemd is dat ook de Nederlandse boer wereldwijd als béste bekend staat. Het voedsel wat door ons als boeren wordt geproduceerd is dus van ongekend goed niveau. Dit garandeert echter niet dat we een goede prijs krijgen. Bedrijven hebben te maken met handel, ook boerenbedrijven. 
Voorheen werden onze producten in eigen land afgezet, draaide de Nederlandse economie goed, zo ook de boerenbedrijven. Maar door vliegverkeer en snelle zeevaart is het mogelijk voedsel binnen korte tijd naar de andere kant van de wereld te brengen. In Nederland ligt de kostprijs hoger, dus is in veel gevallen de rekensom door handelaren gauw gemaakt. Daardoor stoppen er per dag in Nederland nog steeds vijf boerenbedrijven omdat zij niet langer rendabel zijn. Bescherming van de markt door de politiek zou uitkomst kunnen bieden.

Het alternatief voor de overgebleven bedrijven is groter worden en proberen op die manier het hoofd boven water te houden. Het komt er op neer, dat met minder arbeidskracht meer gedaan moet worden. Er wordt door een aantal gezocht naar vernieuwende producten, dit is echter altijd voor een kleine markt. Er zijn ook veel bedrijven die op zoek gaan naar neveninkomsten. 

Wat wil ik u hier nu mee vertellen? Dat de boer gewoon een burger is, die net als iedereen voor zijn dagelijks brood moet werken om rond te komen. Dat die boeren-burger net als u gewoon moet ploeteren voor een dak boven zijn hoofd. Daarbij brengt ons vak met zich mee dat we grote verantwoordelijkheid hebben voor het leveren van veilig voedsel en de inrichting van ons mooie Nederlandse landschap.

Als u een steentje bij wilt dragen aan het in stand houden van de Nederlandse boeren, kunt u dat doen door zo mogelijk uw boodschappen direct bij de boer te halen, of via een afhaalpunt. Wie weet voorkomt u hiermee dat de Nederlandse boeren noodgedwongen hun eigen boerderij op eten.