zondag 29 maart 2015

Hoogpathogene stroomstoring

Ons kippenbedrijf heet De Útrinwat de Friese benaming is voor uitloop.  Een goede uitloop daar gaan we voor! Daar hebben we meerdere redenen voor, wij willen de ganzen weren, schuilmogelijkheden creëren tegen roofvogels en de kippen een uitloop bieden waarin ze zich zoveel mogelijk thuisvoelen, want ze zullen alleen maar in grote getale naar buiten gaan als aan deze randvoorwaarden wordt voldaan. Echter binnen een jaar na onze start stond de gemeente op onze stoep. Ze maken zich zorgen over de aantasting van het open Friese landschap. Een nog steeds voortdurende kwestie, die als gevolg heeft dat we tot nu toe minder beplanting in de uitloop hebben dan we zouden willen. Ondertussen is onze grootste zorg een besmetting met vogelgriep. Om de ganzen verderop in de uitloop zoveel mogelijk te weren plaatsten we zwiepende stokken met linten, gelukkig met succes. Ook voor eenden is het onaantrekkelijk om in onze uitloop te bivakkeren, langs alle sloten staat gaas. 

Toen wij plannen opvatten om een biologisch legkippenbedrijf op te zetten werden we al gewaarschuwd voor de gevaren van vogelgriep. Bij de voorlichters zat de uitbraak van 2003 nog vers in het geheugen. Wij maakten ons echter niet zoveel zorgen, we bevinden ons immers in een gebied waar niet zoveel pluimvee wordt gehoudenWel hielden we rekening met een eventuele ophokplicht ten tijde van een uitbraak, dus bouwden we een stal met een grote koude scharrelruimte. Maar nog voor we onze eerste kippen kregen was onze zorgelozeinstelling voorgoed verdwenen. Ten tijde van de bouw van onze stal waren er in zuidwest Friesland enkele gevallen van laagpathogene vogelgriep. De bron was een bedrijf met vrije uitloop. Uit angst voor besmetting namen we vanaf het begin het hygiëneprotocol uiterst serieus. We beseffen inmiddels ook dat een uitbraak van hoogpathogene vogelgriep in onze sector gelijk staat aan een grootschalige en langdurige stroomstoring in de Randstad!

Deze week werd de winnaar van de mooiste kippenuitloop bekend gemaakt. Het mag duidelijk zijn dat wij ons niet eens kandidaat hebben gesteld voor deze verkiezing. Het loopt vooralsnog allemaal anders dan we ons hadden voorgesteld. Tijdens de vele bedrijfsbezoeken die we door de jaren heen hebben afgelegd deden we veel inspiratie op. We vinden het jammer dat we tot nog toe maar weinig ideeën tot uitvoering konden brengen.

Toen mij tijdens een radio-interview deze winter, de vraag werd gesteld of ik het wel verantwoord vind dat onze kippen weer buiten lopen, stelde ik dat er van overtuigd ben dat er vanuit Den Haag weloverwogen beslissingen worden genomen. Er is inderdaad voortdurend onderzoek onder wilde vogels naar ziekteverschijnselen zoals vogelgriep. Het H5N8-virus is in dat ene geval niet meer aangetroffen. Bovendien wordt het hoogpathogene vogelgriepvirus bij een uitloopbedrijf zelden aangetroffen.

Maar de laagpathogene virussen, die het gevaar in zich hebben te kunnen muteren, waren echter wel degelijk rond. Inmiddels hebben al op twee bedrijven met uitloop nieuwe besmettingen plaatsgevonden. En telkens worden de pluimveebedrijven in de naaste omgeving uit angst voor uitbreiding op slot gezet. Wat tot grote schade leidt.
Zo langzamerhand is de kippenuitloop omstreden.
Ook in andere delen van Europa steekt het virus gedurende de risicomaanden voortdurend de kop op. Er is dan ook al vele malen geopperd dat de kippen weer naar 'binnen' moeten. Dit gaat natuurlijk lijnrecht in tegen de tendens van deze tijd, we willen een meer natuurlijk gedrag voor onze dieren. Duidelijk is inmiddels wel dat dit een probleem is wat niet kan blijven voortbestaan. We roepen het onheil op deze manier over onze dieren en onszelf af. We zullen toch maatregelen op Europees niveau in moeten voeren.

Wat te denken van de invoering van een beperkte, overdekte uitloop tijdens de risicomaanden? Een deugdelijke overdekking met doek wat vogelpoep echt tegenhoudt? En een zodanige beperking van de uitloop dat de overdekking in verhouding staat tot de stal, de omgeving en het aantal kippen wat in de wintermaanden überhaupt naar buiten wil?

zaterdag 21 maart 2015

Zwarte schapen met rooie oren

Wij hebben een horror-winter achter de rug. Wat zijn we blij dat het nu eindelijk voorjaar is!
De winter viel al vroeg in, er brak hoogpathogene vogelgriep uit. Heel pluimveehoudend Nederland zat op slot en wij ook. We kregen een keuring of ons erf wel deugdelijk was beveiligd. Toen de verboden uiteindelijk werden opgeheven volgden nog twee keuringen en een stalmeting. Toen deze mensen het erf hadden verlaten, volgden enkele weken van wegwerkzaamheden, waarbij we overdag zelfs helemaal werden afgesloten. 
En nu zijn we dan vrij! Hè, hè! We hebben de winter net als de Canadezen overleefd. Wat wás het koud, zeg!

Overdreven? 

Wat ik overdreven vind is dat wij in vijf jaar tijd acht Skal-keuringen en acht overige keuringen hebben gehad. Dit is inclusief toelatings- en onaangekondigde keuringen. Daarnaast vonden er vier stalmetingen plaats, de laatste twee keer in verband met kleine aanpassingen in de stal. De volgende stalmeting is al aangekondigd. Dit alles ten behoeve van 11.000 biologische leghennen.

Paus Fransiscus is vandaag op bezoek bij de mafioso, ze noemen hem de witte herder die zijn zwarte schaapjes de oren wast... 
Wij voelen ons ook maf en onze oren zijn inmiddels rood en schraal van alle 'wasbeurten'

Ik vraag me af of de middelen het doel nog wel dienen. 

Het doel van ons als agrariërs is een goed en veilig product op de markt brengen, regelgeving helpt ons daarbij. Maar in vijf jaar tijd is de regelgeving, het aantal instanties en de veranderingen echter zodanig toegenomen, dat ik met Loesje verzucht: 
                                                                                BEN IN HET BOS   
                                                                  
                                                                                MET DE VOGELS  
                                                                                   TWITTEREN 
                                                                                  
                                                                                    Alleen zie ik 
                                                                                  door de bomen 
                                                                                het bos niet meer... 

Daarom ben ik bang dat ik onverhoopt iets over het hoofd heb gezien, iets verzuimd heb te doen, een van de paperassen niet op orde heb. Het is namelijk niet ondenkbaar dat 'ik hang', als dit tijdens een inspectie wordt geconstateerd. 

Het doel van de inspectie zou moeten zijn te beoordelen of wij onze taak serieus nemen en om ons vervolgens te helpen ons doel te bereiken, zodat we door de bomen het bos weer kunnen vinden.
We hebben samen namelijk hetzelfde doel. Agrarisch Nederland heeft een en hetzelfde doel: We willen gewoon de beste zijn en liefst het beste van allemaal!


zaterdag 14 maart 2015

Farm Soap

Ons dorp met een oppervlakte van 25 vierkante kilometer inclusief drie kleine meertjes, herbergde in het verleden rond de zeventig kleine en grote boerderijen. Nu zijn er nog rond de veertig, waarvan het merendeel melkveehouderijen met gemiddeld zo'n honderd stuks melkvee, waarvan een goed deel 's zomers geweid wordt. Daarnaast zijn er vier pluimveehouderijen en een varkensbedrijf, vijf bedrijven houden schapen voor het vlees, een daarvan tevens voor de melk. Oh ja en er zijn nog twee wormenkwekerijen. Het merendeel produceert gangbaar en drie bedrijven produceren biologisch. Eén dorp, zoveel verscheidenheid. Toch zijn we in die verscheidenheid één, we zijn immers allemaal agrariërs. We weten allemaal wat het is om 24 uur per dag de zorg van onze dieren te dragen.

Wij behoren tot de boeren die biologisch produceren, we hebben legkippen die de beschikking hebben over een uitloop. Bovendien zijn er op het bedrijf van onze kinderen even verderop biologische vleeskippen die eveneens buiten scharrelen. De kleinschalige biologische bedrijfsvoering past binnen onze mogelijkheden en sluit aan bij onze leefwijze. In de buurt is een gangbaar familiebedrijf dat naast melkvee, vleeskippen houdt. Zij zijn onze familie, wij leven met elkaar mee. Wij leven als dorp allemaal met elkaar mee, hetzij in goede tijden, hetzij in moeilijke tijden. Wij staan niet tegenover hen die gangbaar produceren. Of dat nu gaat om vlees, zuivel of eieren, iedereen doet zijn best dit zo verantwoord en duurzaam mogelijk te doen. Toch wordt er getornd aan deze eenheid...

 In 2012 begon stichting Wakker Dier een actie, waarmee ze het woord 'plofkip' introduceerden. De gangbare vleeskippenhouders werden op een ongenuanceerde manier in een klap in een hoek gezet. Maar ook de andere sectoren liggen keer op keer onder vuur. De reclames zijn weerzinwekkend. En dat hebben we niet verdiend. Nederland is namelijk 's werelds nummer één in het produceren van duurzaam en veilig voedsel! Door haar acties stelt stichting Wakker Dier de biologische bedrijfsvoering vaak boven de gangbare. Het gevaar hiervan is dat we gaan denken in tegenstellingen.

Zo werd ik op de eerste dag na het opheffen van de ophokplicht gebeld door een verslaggever van 'Omrop Fryslân' met de vraag of het wel verantwoord is dat wij de kippen weer buiten laten scharrelen. Volgens een gangbare collega zouden wij daarmee een gevaar vormen voor de gezondheid van alle kippen. Een aantijging die onterecht is, wij zijn verplicht onze kippen naar buiten te laten en doen alles wat binnen onze mogelijkheden ligt om een ziekte-uitbraak te voorkomen.
Op Twitter kwam ik een bittere tweet tegen van gangbare boer: Stas Dijksma heeft het druk met het bezoeken van biologische bedrijven en biobeurzen, maar ze vergeet ons. Ik kan de man niet helemaal ongelijk geven, actiegroepen, media en de politiek hebben er de mond vol van. Ze vergeten vaak dat ál onze landbouw en veeteelt van een hoogstaand en duurzaam niveau is.

Koester ik ondertussen de illusie dat biologische bedrijfsvoering veilig is voor aanvallen vanuit de actiegroepen of de politiek? Geenszins! Deze winter het eerste statement, Marianne Thieme van Partij voor de Dieren liet via de media weten voortaan een veganistisch dieet te volgen, want ook biologische dierlijke producten voldoen niet aan haar eisen voor dierenwelzijn.

We kunnen stellen dat de Nederlandse agrarische sector, die wereldwijd zo goed bekend staat, in eigen land onder grote druk staat. Laat dat gegeven ons samenbinden. Met elkaar, met behulp van onze professionele organisaties, moeten we naar voren treden, onszelf profileren. Waarom maken wij geen reclamespotjes? Geen poppetjes van AH, maar echte boeren en boerinnen, omringt door hun vee, die hun producten aanprijzen. Informatieve programma's waarin wordt verteld waarom het nu zo veel beter is dan vroeger. Zelfs André Rieu heeft nu zijn eigen 'Road' Soap opgenomen. Dat kunnen wij toch ook? Dan maken wij een 'Farm' Soap!




zondag 8 maart 2015

Proud to be a 'hot' farmer!

Boer Tom zorgt niet goed voor zijn bloemen...?

Minder dan een halve eeuw geleden sprak men met gepaste trots van de boerenstand.
Waar is onze trots gebleven? Wij zijn letterlijk beeldbepalend. Het mooie Nederlandse landschap wordt op de steden na voor het grootste deel door ons ingevuld. Bovendien zorgen wij als boeren voor tien procent van de Nederlandse economie. En dat doen we heel goed, we staan als 's werelds beste boeren bekend. We heten nu ten slotte niet voor niets agrariërs.

Het gevoel van trots werd de voorbije decennia ondermijnd door de hand over hand toegenomen regeldruk en de ongenuanceerde uitlatingen van een groeiende groep dierextremisten.

We kunnen stellen dat onze liefde voor het gewas en de dieren, onze Hollandse nijverheid, het ondernemerschap wat ook in ons bloed zit, de sector gebracht heeft waar we nu zijn. En de regelgeving en de kritiek heeft onze agrarische sector mede op het niveau gebracht waar wij nu staan.

Laat ons weer trots zijn en dat uitdragen, door met elkaar voor onszelf op te komen wanneer regels niet relevant zijn of hun doel voorbijschieten. Laat ons weer trots zijn als wij worden aangevallen door mensen die helemaal niet weten waarover ze praten, omdat het boerenleven hen vreemd is.

Wij zijn boer, wij zijn de agrarische sector. Als er onrecht is treft ons dat allemaal, of we nu grootschalig, kleinschalig, gangbaar of biologisch produceren. Met zijn allen leveren wij goed en veilig voedsel waar de consument om vraagt. Met zijn allen voorzien we in de eerste levensbehoeften van onze landgenoten en daarbuiten. En dat doen we op een verantwoorde manier, waar een ontwikkeling van eeuwen her aan vooraf is gegaan. Alleen wij weten waar we over praten! Wij hebben verstand van de dieren en het land. Laten we dat uitdragen en dat niet alleen via een programma als Boer zoekt Vrouw.
Ik weet zeker dat als we in eenheid laten zien waar wij voor staan, wat onze grote liefde heeft, boeren opnieuw 'hot' zullen worden.
Wel jammer dat 'Boer zoekt Vrouw' dan binnen de kortste keren overbodig zal zijn...


zondag 1 maart 2015

Samen leven, samen werken

Bijzonder Gewoon is de overkoepelende naam van ons agrarisch familiebedrijf. Samen met mijn man Enne, onze zoon Douwe (timmerman), onze dochter Johanna en haar man Klaas (mechanisatie), boeren we op twee oude boerderijen in It Heidenskip in Fryslân.

Hoezo bijzonder?
Omdat we door als gezin samen te werken en gebruik te maken van de middelen die er al zijn toch in staat zijn van niets weer iets te maken. De wormenkwekerij en de paardenstalling waar alles mee begon, hebben we met tweedehands materiaal gerealiseerd in de oude boerderij, op de plaats waar eens melkkoeien stonden. Steeds doorontwikkelen, nieuwe ideeën opdoen, beetje bij beetje doorgroeien, vertrouwen krijgen. Steeds minder buiten de deur werken, tot het moment daar is, dat je jezelf kunt onderhouden. Zo kregen we op een gegeven moment zelfs het vertrouwen van de bank, waardoor we een kippenstal konden bouwen. Na een aantal jaren kregen we met zijn vijven zelfs de mogelijkheid een oude varkensboerderij over te nemen, waar Douwe, Klaas&Johanna en hun dochter Ilse nu wonen en werken. Alles was oud en verwaarloosd, samen knapten we het weer op, nieuw leven in de brouwerij. Ook onze tweede zoon Jelmer hielp met zijn technische kennis onbetaalbaar veel mee. Tegenslagen waren er ook, vaak kwam er veel hulp van buiten. Bakjes koffie, samen eten, een biertje, zoveel gezelligheid en saamhorigheid!

Hoezo gewoon?
Omdat we vrij kleinschalig werken. Het grootste onderdeel is de nieuwe kippenstal, gebouwd in 2010 voor 11.000 biologische leghennen, ze hebben daarnaast de beschikking over zes hectare land om buiten te scharrelen. In de oude stelpboerderij(1786) runnen we sinds 1995 een wormenkwekerij, waar jaarlijks rond de 4 ton wormen voor de visserij worden gekweekt. We hebben 12 stuks rundvee voor het vlees, 5 suffolkschapen. Verder is er een paardenpension voor 10 paarden, wat een hoop gezelligheid geeft en we hebben de beschikking over een ruime binnenrijbak. Twee voormalige varkensstallen hebben we in 2014 omgebouwd tot kippenstal, voor 7000 biologische vleeskippen. Ook zij kunnen naar buiten en over het hele perceel tussen het gras en de bomen scharrelen.

Bijzonder gewoon, omdat het gewone op deze manier zo bijzonder is!